Doorgaan naar hoofdcontent

Bobby Dollar

Iedereen heeft recht op eens iets anders, ook al heb je er niet zelf om gevraagd. Als ik mijn leeslijst bekijk van de laatste vijf jaren – ja, er zijn van die onverlaten die bijhouden wat ze gelezen hebben – dan blijkt dat politieromans en fantasy novels bijzonder slecht vertegenwoordigd zijn. Dat is geheel terecht vind ik want de twee genres waaruit je de meeste voorbeelden van gemeenplaatsen, opgeblazen dialogen en halfslachtige psychologie kan halen, zijn toch wel de die.
De collega die met het eerste boek van de Bobby Dollartrilogie van Tad Williams op bezoek kwam, kan het niet ontgaan zijn dat ik gefronst heb als een sharpei, maar soms moet je boeken, net zoals collega’s en vrienden de kansen geven die ze verdienen. In dit geval was het in eerste instantie de collega die ik een kans wou geven, maar het voorwerp was dus wel een boek. Als opdracht had hij in ‘The Dirty Streets of Heaven’ medelevend met mijn situatie “Vade ad inferos aut transi ad superos?” geschreven. Daar kon ik niet tegenop.
Al weken had er geen boek op mijn nachtkastje gelegen, omdat ik vergeten was waar het in literatuur om draait. Je leest een boek omdat je een boek wilt lezen, omdat het verhaal je prikkelt en stimuleert en omdat je er plezier aan beleeft.
Tad Williams schept met zijn Bobby Dollarboeken een bijzondere wereld van engelen en demonen, van schaduwen en grijze zones in de eeuwige strijd tussen ‘goed’ en ‘kwaad’. Dat heet blijkbaar urban fantasy, maar de naam van het genre kan wat mij betreft verdommen, want natuurlijk is het hoofdpersonage een eigenwijze en koppige klootzak die niet aarzelt om zijn omgeving danig op de proef te stellen met zijn sarcasme, natuurlijk ontsnapt hij zelfs uit de meest penibele situaties, maar je leest. Je leest en je gruwelt van de beschrijvingen van demonen, je leest en je voelt de daver op Dollars lijf als hij weer eens uit zijn tegenslagen het beste moet zien te halen. Je leest en je blijft lezen.
Gek genoeg is het boek echter op zijn best als Bobby Dollar even zijn sarcasme achterwege laat en soms zelfs letterlijk door het vuur gaat voor één van zijn medestanders. Een vriend is een vriend voor Bobby Dollar, een woord een woord en een mens een mens. Bobby Dollar is degene die warmhartig inziet dat iedereen zijn eigen verhaal heeft en dat iedereen, ook in de hel, probeert er het beste van te maken ondanks alles. Meer nog dan zijn grenzeloze liefde voor de helse Countess of Cold Hands, is dát Dollars drijfveer om door te gaan en onrechtvaardigheid te bestrijden. De mens kan zich geen betere advocaat bedenken om een goed woordje voor ons te doen.
Ik had er dus niet om gevraagd om eindelijk nog eens plezier te beleven aan een boek, ik had er niet om gevraagd om tussen als die zware lectuur eindelijk eens positieve boodschappen te ontwaren, dus ga ervoor Bobby Dollar, doe je best in ‘Sleeping Late on Judgement Day’, het laatste boek uit de reeks dat in september van dit jaar verschijnt, meer hoeft het voor mij echt niet te zijn. Ik vergeef jou je sarcasme en de onrealistische situaties waarin je verzeild geraakt, want ik geloof in jou.

Tad Williams "The Dirty Streets of Heaven", "Happy Hour in Hell", "Sleeping Late on Judgement Day" (sept. 2014)

Reacties

Populaire posts van deze blog

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with ...

baard

  zijn baard was een oergrijze wildegroei en leek wat al te krachtige naar links geblazen   alsof hij zwaar en moede leunend op zijn spade te lang in de eeuwige westenwind stond   de staar gooide reeds een vlies over zijn iris en hij was vier centimeter kleiner dan hij ooit was.   zijn blauwe overal deed hij even zelden uit als zijn lieve zuster hem in de was deed.   nochtans had hij liever een andere vrouw gehad om dat soort dagelijkse beslommeringen te delen en te verdelen onder elkaar. hij wist niet   wat er van haar geworden was, of ze ooit nog aan hem dacht. wat maakte het na al die tijd   uit, nog even de patatten schoonzetten. nog even.

het vat is af, het glas tot de bodem geledigd

diepgeploegde voorhoofdrimpels wil ik hebben, waar de schaduwen van de jaren zich ophouden - net als mijn grootvader zaliger, net als mijn vader, mijn oudste broer, en zo snel mogelijk grijze haren op mijn hoofd, in mijn snor en in mijn baard, en daarna witte, kaal mag ook, zoals mijn grootvader aan moederszijde. tanden scheef, vergeeld daarna, verrot en uitgevallen - gapende stiltes in mijn mond. ogen dof, desnoods de staar erin, mijn oren laten me allicht sowieso in de steek zoals ze nu al bij mijn moeder doen, zodat iedereen zich roepend kenbaar maken moet en het volume van de tv altijd op maximum zal staan. net zoals mijn grootmoeder wil ik boeken lezen, maar vergeten wie of wat, en welk personage. voortdurend mezelf herhalen, mekkeren over het geleden leven en afzien, maar niet sterven, nog niet sterven, in ieder geval veel en veel te laat sterven en het bij God altijd beter weten als ik dan toch moet sterven, tot het onverstaanbaar reutelen wordt...