we hebben ‘m met z’n drieën gezien en vormen nu allicht een roerdompclubje, al was het eerst nog een wulpclubje, omdat, nu ja, we hebben niet de ogen van doorgewinterde ornitologen. het is pas als google-achterafje dat we lachten om het ontbreken van een lange snavel en het intrekken van zijn lange nek. 'spectulairder dan een wulp', schreven we elkaar, want hij staat op de rode lijst en is dus meer met uitsterven bedreigd. maakte het ons ook een beetje speciaal? vroegen we ons af, en hoeveel spotters zouden na ons, mogen ervaren om door een verrekijker de laatste vleugelslagen van zo'n schuchtere en bange vogel te zien vervagen.
Een blog met en over poëzie en literatuur