I achter de toog poetst luuk de wijnglazen op. één voor één. met z’n rechterhand houdt hij de voet vast, twee vingers van de linker steekt hij in het glas zelf. duim erbuiten. snelle draaiingen; vijf elegante polsslagjes. de sierlijkheid, de vlotheid, de kunst ervan. de gedachteloze aandacht en de geeloranje achtergrondverlichting. het is een rothko achter een hopper geschoven, een gladde rots met een hartslag en een adem. II het café is vol, de muziek staat luid, halfdronken stemmen overroepen de synths en de dreunen van de bas. en deze video staat zo zacht, zo zacht. een amper hoorbare zingende zee van kristal, ruisende kruinen van een geschilderd berkenbosje. op het aanrecht breekt een opgezet eekhoorntje van porselein de dop van een beukennootje. het zal niet lang meer duren voor de eerste dansers op de wankele tafels springen.
Een blog met en over poëzie en literatuur