Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit juni, 2013 tonen

aanrecht

lege mokken stapelen zich op het aanrecht op. grenzeloze gesprekken met mezelf, oeverloze dialogen in mijn hoofd verdronken in koffie zonder melk. op het aanrecht kan iedereen zien hoe het vol staat met mijn lege, vuile en aangeslagen conversaties.

nachtkraken

het hout in huis kraakt, leeft niet, groeit geen scheuten uit dakgebinten, deuren, kasten en plinten, maar het kraakt, alsof het toch leeft, en vraagt om alsjeblief die zware lasten van zijn frêle nerven te halen, zodat het vrij kan zijn, kleuren krijgen onder de zon. het hout in huis kraakt niet; nu ja, dat doet het wel natuurlijk, maar het lijkt op een hele nacht zuchten, het houdt niet op, houdt me wakker, tot vervelens toe, zeurt het, klaagt eigenaardig genoeg steen en been.

een appeltje voor de regen

in een appel bijten als de stortregen begint te storten, zo kort en zo ultiem dat het eindeloos lijkt, dat je mond verstomd open valt, je gebiologeerd staat te kijken en daarna verdomme nog meer verstomd een lege appel in de hand houdt, wegsmijt als de zon door de wolken breekt. "Klokhuis" Kees Blom (2010)

Gryf - een Welsh ochtendsprookje

Gryf was geen hoogvlieger. Hij kon zelfs helemaal niet vliegen. Proberen deed hij soms wel, maar het spastische geklapwiek leverde maximaal een paar centimeters op. Dat hij nooit zoals zijn soortgenoten tussen de wolken of naar de takken van de bomen kon opstijgen, stelde hem zichtbaar teleur. Natuurlijk gniffelden andere vogels als hij weer eens wanhopig stond te springen en fladderen, je kon ook niet anders, zo’n koddig gezicht was het, maar ze zorgden er wel voor dat Gryf het niet hoorde. Ze vonden het al erg genoeg dat zo’n prachtige vogel zoveel verdriet kon hebben. Het leek voor Gryf in ieder geval dat zijn veren van iets onwrikbaars gemaakt waren en helemaal niet geschikt om soepel door de lucht te klieven. Smalend noemde hij zichzelf een 'blokske beton' en hij vermoedde dat elk dier in het bos hem stiekem ook een dergelijke naam gaf. Gelukkig was hij enkel zo zelfdestructief in zijn slechte momenten. Meestal werd hij in z’n kuiltje onder de grote hulst fleurig en opgew