onbeholpen valt mijn schildpad van de hoge zendmast op de klinkers. bevend verrichten mijn handen wat nodig is, maar ik begrijp niet. (hoe lang weegt straks het wachten op het voortdrijven van valse medeklinkers?) ik raap het reptiel op, streel zijn gebroken pantser, wikkel hem in een oude keukenhanddoek en gooi hem 's avonds vlak voor het slapen in het hoogopflakkerende haardvuur. alles wat in zijn bolster gesloten zat, ontsnapt en vult de kamer met diepduistere en atonale walging.
Een blog met en over poëzie en literatuur