Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2016 tonen

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with

toedekken

handenvol bladeren opgeruimd; ze lagen in de weg op het tuinpad naar het kippenhok; uitgekomen bij het sprookje van moeder egel en de vijf kleine egeltjes, dus de bladeren per handenvol weer op een hoopje gelegd. als ik er echt door onder de voeten raak, moet het opgelost, dat is zo, maar niet nu we van het huis een droom willen schilderen en zij met hun tweeën zelf egeltjes zijn, ik dek hen 's nachts ook toe, ik loop stilletjes met een boogje om hun heen.

lelie

Misschien wil ik alleen heel dicht boven een wateroppervlak zweven, zo dicht dat ik elke rimpeling kan voelen wanneer wind water aanraakt, net zoals een gedachte die amper binnendringt en slechts zachtjes beroert, alsof niets nog waarlijk iets hoeft te betekenen. maar misschien is al dat zweven, zo wat minimale millimeters boven een wateroppervlak, voorbij, voor dat het geweest is. perhaps the only thing I want is to float above a water surface, so closely that I can feel every ripple when the wind stirs the water, just like a thought that does not enter the mind, only gently touches, as if nothing truly means anything but perhaps, all that floating, so closely above a water surface, is over, before it has ever been.

lelie

ach, misschien wil ik alleen maar millimeters boven een wateroppervlak zweven, elke rimpeling voelen wanneer wind water, net zoals een gedachte, amper binnendringt en enkel buitenkant beroert, alsof niets nog waarlijk hoeft te betekenen. ach, dat zweven, zo wat minimale millimeters boven een wateroppervlak, is voorbij, voor dat het geweest is. perhaps the only thing I want is to float above a water surface, so closely that I can feel every ripple when the wind stirs the water, just like a thought that does not enter the mind, only gently touches, as if nothing truly means anything but perhaps, all that floating, so closely above a water surface, is over, before it has ever been.

tracht ik

steeds opnieuw tracht ik om in dit huis te verblijven en in deze kamer te overnachten, om nergens anders meer te wonen dan waar ik woon, geen plan te hebben om ergens een boerderij of hoeve in een ver Engeland. dat een huis slechts gebricoleerde lucht is, besef ik, dat ik steun op een ijle trapleuning en ik doorzakbare wolkenvloeren betreed, maar als regen door een onbestaand dak druppelt of zonlicht door een afwezige barst binnen schijnt, lijkt iets binnen handbereik. toch strek ik mijn arm niet, mijn vingers trekken slechts aan mijn tepels. is dit werkelijk of niet, vraag ik mezelf af, is dit waarom ik stil wil staan, waarom ik elke tel steeds meer verdwijn en terug te voorschijn, is deze hand die van mij?

wat ik neerschrijf

het zijn enkel pogingen om in dit moment te verblijven, om wat gebeurd is als dood te laten liggen waar het ligt, een idee slechts te dromen en niet uit te voeren, (en al he-le-maal geen moeite in een verhaal te steken.) ik weet dat ik te hard roep om dit te zeggen, om lui te zijn hoef je immers niets te doen dan wat komt te laten komen, en dan, zoals het komt; niets te schrappen, niets te verbeteren en te glimlachen, wanneer je dat automatisch toch even doet: "oeps," zo verklaar ik dan opvallend opzichtig, "hier ging ik tijdens het schrijven uit de bocht..." of "doe ik hier even alsof er niets aan de hand is?" alsof het allemaal niets te betekenen heeft.

over

over hoe ik tijdens jou te strelen met mijn vingers vast kom te zitten in je krullen en je geen pijn wil doen, ook niet daarna als het moment mijn hand gevolgd is en hoe jij mij niet erg vindt, en zelfs zegt "kom maar, wees jezelf in mij" en over hoe ik dat allemaal wil bijhouden tot ik er niet meer ben, en uiteindelijk, zoals veel te vaak over niet willen verliezen en toch verliezen en 's nachts zo rond een uur of drie bang zijn, echt bang en over hoe lang de nacht kan duren als jij slaapt en ik alleen samen met jou in bed

perfect

een sneeuwwitte woestijn van vlakte tegen een zolderbalk een donker vierkant in een kader tegen een muur een pauze tijdens het schrijven we kijken ernaar als naar een moeder die zwijgzaam en onbuigzaam maandenlang aan een keukentafel zit wij zijn als kinderen allicht te verbijsterd om te kunnen ervaren is het niet helemaal als een taal die stilvalt na elke klank en dan te verdwijnen tussen elke leegte zou dat dan niet zijn waar je wenst te zijn nergens in perfect niets

nu

storm is slechts lucht is slechts water het is zo van donder droom je angstig en van bliksem word je blind maar een boom kan diep buigen voor hij breekt dus spreid je armen en vang wat voor nu is is voor nu en wat voor later voor later

Aan de Boskant - dertien

Ben je zeker dat ons nest warm genoeg zal zijn deze winter? vroeg ze toen ze al hun plaatsen in het nest hadden ingenomen en zij haar glinsterende vleugels netjes opgevouwen had. Normaal wel, antwoordde hij. Ik voel nog steeds een zuchtje wind doorheen het mos, de bladeren en de takjes. De winter is erg vroeg dit jaar en de wind snijdt al, maar het nest is veel dichter gemaakt dan vorig jaar, kruip maar dicht tegen me aan. Als eerste deed Springeekhoorn zijn ogen dicht, Zilvervleugel lag nog een beetje te doezelen en zag hoe de laatste vlinders van dat jaar zich door de twijgjes wrongen om zo dicht mogelijk bij hen te zijn. Wat ook zij niet meer zag, was hoe die laatste vlinders hun eitjes legden voor de wind hun tere vlegels meenam en hoe nog voor de ijzige noord- en oostenwind het land en het bos teisterden, de poppen van die larven ook het kleinste gaatje in hun nest hadden opgevuld. Het nest was één grote witte bol geworden die zelfs de koude van Siberië had kunnen tr

Aan de boskant - Twaalf

Het was in feite niet eerlijk voor Zilvervleugel dat toen zij wakker werd, geconfronteerd werd met iets dat volledig om haar heen gebeurd was en waar ze toch zo direct mee geconfronteerd werd, maar ze ging er heel licht mee om. Hoewel ze soms wel degelijk vloekte, was ze heel blij dat haar springer nog steeds bij haar in de buurt was. De rest hoefde ze niet echt te weten. Springeekhoorn loste bijzonder weinig over wat er gebeurd was en de informatie druppelde maar heel gestaag door. Ze vroeg er ook niet echter, maar luisterde telkens oprecht als hij iets te zeggen had. Het litteken op zijn rug was op zich heel snel gehecht en ook van het bloedtekort herstelde hij blijkbaar vrij vlot. Alleen de inspanning liet een soort druk achter op zijn borst, alsof er een draak in huisde, zei hij op een keer, die niet leek weg te ebben. Dat was vorige keren toch vlotter gegaan, dacht hij, ik word inderdaad ouder. Ijspatrijs had hem ervoor gewaarschuwd herinnerde hij zich. Hij zocht vaak de stilte

Aan de boskant - Elf

Rodevos had zich gelukkig al losgemaakt van de gevaren die er in het oude woud dreigden en op sluwe wijze was hij er in geslaagd om zo goed als onzichtbaar te worden tussen al het prehistorische geweld, maar hij had de weg terug nog niet gevonden. D.w.z. hij had weten te overleven, maar was hopeloos verdwaald. Het had Springeekhoorn veel moeite gekost om hem te lokaliseren en nog meer om hem ervan te overtuigen met hem mee te gaan. De arme knaap was al behoorlijk paranoia. Al bij al was zijn operatie redelijk vlot verlopen. Tot ze haar tegenkwam natuurlijk. En zij was duidelijk in het voordeel, dit was haar terrein, haar territorium. Geen wonder dat Rodevos plots door de lucht geslingerd werd en Springeekhoorn een lelijke vleeswonde op zijn rug opliep. Ze ontsnapten. Gelukkig, maar niet zonder de snijdende kevers en de bloedzuigende nachtvlinders. Rodevos mankte en hoewel de vleeswonde van Springeekhoorn niet erg diep was, had hij wel veel bloed verloren. Zo sukkelden ze uiteindel