Opgesprongen van de drassige waterkant
en zo in het gestreken licht van een gebroken
avondzon vertrokken met trage vleugelslagen,
kiest de reiger voor ruimte en verdwijnen.
De nevel reikt tot halfweg de halfkale eiken,
de geur van nat op natte bladeren
en sowieso te veel vocht in de lucht.
En dan te blijven zitten op die klamme bank
met een zichtbare, witte adem voor je.
En dan een diepe kou te vatten tot in je
diepste leden; wachten op misschien
of op tochnog, of tot godweetwatje
allemaal ooit hebt durven uitvreten
grondig en voorgoed is vergeten.
en zo in het gestreken licht van een gebroken
avondzon vertrokken met trage vleugelslagen,
kiest de reiger voor ruimte en verdwijnen.
De nevel reikt tot halfweg de halfkale eiken,
de geur van nat op natte bladeren
en sowieso te veel vocht in de lucht.
En dan te blijven zitten op die klamme bank
met een zichtbare, witte adem voor je.
En dan een diepe kou te vatten tot in je
diepste leden; wachten op misschien
of op tochnog, of tot godweetwatje
allemaal ooit hebt durven uitvreten
grondig en voorgoed is vergeten.
Reacties
Een reactie posten