Doorgaan naar hoofdcontent

de eenzaamheid van de lach

toen wij nog vuile woorden borrelden onder elkaar,
we giechelend ‘tetten’ proesten en 'piemel' riepen in de meest onmogelijke situaties,
archiveerde onze vader
– zo beeld ik mij dat in –
nauwgezet en doodserieus grinnikend,
de beste grappen uit de dagelijkse scheurkalender.

als een boekhouder plakte hij ze vervolgens in een geruit
schriftje en sorteerde ze per thema, kopieerde desnoods
met zijn vulpen wanneer het item onder meerdere rubrieken
thuishoorde. voor later, zo moet hij gedacht hebben,
als die jongens van mij eindelijk een gevoel voor
humor bij elkaar gesprokkeld hebben.

toen het allicht sneller dan hij wilde licht werd in onze hoofden
en hij ons trots, maar schoorvoetend en behoedzaam zijn collectie
presenteerde, zochten we in zijn 'dictionaire van de dagelijkse
geestigheden' driftig naar het hoofdstuk ‘schunnige schunnigheden’.

misschien is het pas echt later, zo moet hij gehoopt hebben,
bij het opruimen van zijn zolder, dat wij, wat meer
vertrouwd met orde en classificatiewetten, voorzichtig
door de bundel zullen bladeren, misschien weemoedig
bij het voor de geest halen hoe hij, onze vader,

nadacht of een weerspreuk grappig gevonden kon worden.
Maar nee, hoewel weemoed in ieder van ons verscholen zit,

hoop ik niet dat...

nee, hoop ik vooral dat míjn zoontje, tegen díe tijd
op zijn beurt net als ik een alchimist zal zijn,
dat hij net als zijn vader niets liever zal doen dan van hout
en papier vuur te maken. zal hij luidop als een
dolgedraaide professor lachen en brullen,
klinkende en stinkende scheten laten bij de stoof,

waarin mijn vaders dictionair, hahahaaaa, net goed,
brandt alsof het feest is in de diepste krochten van zijn hart?

en zal dat branden van mijn vaders aux serieux
de ultieme schuine mop zijn? ik vrees dat ik het niet weet.
het speelt zich voorlopig alleen maar in mijn hoofd af.
en dan kan het vele kanten op, zo heb ik daarstraks,

na bedtijd, een beetje triest in de vlammen gekeken,
terwijl de boontjes van vanmiddag pruttelend
een uitweg vonden naar buiten. misschien plakt hij liever
voetbalstickers in boeken, verzamelt hij alle mogelijke
kleuren knikkers bij spelletjes die hij steeds lijkt te winnen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een ringetje

Dat Martine bij haar oude moeder terecht kon nadat Erik haar het huis uitzette, kwam de familie goed uit. Zo was er steeds iemand in huis om het negenentachtig jaar oude mensje te verzorgen en moesten ze geen geld spenderen aan bejaardenhulp.    “Als ik kost en inwoon kan krijgen,” zei ze op de familievergadering, “dan betekent dat heel veel voor mij.”   In haar herinneringen zag ze hoe haar moeder vijftig jaar geleden in de woonkamer stond. Ze droeg een blauwe bloemenjurk en had krullen in het haar. Haar zes jaar oude ogen staarden als een ekster naar het ringetje met een briljant en naar het bijpassende dunne gouden kettinkje met ovalen hangertje. De randen van dat hangertje waren bezet met diamantjes en ook in het midden blonk een diamantje. Concentrisch rond dat middelste steentje waaierde een reliëf van slanke jugendstil blaadjes uit. De oorbellen hadden een grote blauwe saffier in het midden.   Op het zolderkamertje van Armand, haar enige broer en kakkenestje, had ze nog ni

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with

In den beginne

  in den beginne zagen we een onbestemd zwarte vlakte rondom ons  maar alsof het slechts een zwarte doek betrof die dun gesleten het eeuwige licht erachter doorgaf - sterren in een pikzwarte hemel -  werd lichtjes licht rondom ons    we proefden sindsdien de kolenduisternis en een doffe dreunende bas ontstemd door het schrille geluid van elke ontwakende zon droomden we van heldere vlammen, van zwijgzaam vuur dat onze leden in lichterlaaie zet   en de droom leidde haar eigen leven en leefde   we gaven de assen op onze tong aan elkaar door onze vingertoppen reikten fluitend naar elkaar alsof het lichamen waren die versmolten in knallende naar binnen gekeerde orgasmes imploderende dansende dansers   iemand ving dit alles, filterde en componeerde  aan een opengeklapte buffetpiano