de buurvrouw tekent hartjes
op de sparren die ik mocht omleggen.
de letterzetter.
niets aan te doen, die kevertjes zijn zo klein;
te veel te droge, te warme zomers.
het waren er een stuk of twintig om te vellen, maar niets voor niets
- haar helft bleef opgestapeld liggen,
(houdt CO2 nog langer vast.)
- de andere helft voor mij en mijn houtkachel.
ik voel me schuldig, zelfs ...
(de nieuwste generatie kachels stoot veel minder roet uit, doet aan naverbranding, is gelabeld en goedgekeurd door de europese unie.)
vergeef het me,
de hoge energieprijzen.
(in dit hout zit de energie van leven,
niet die van een dode factuur.)
mijn god, misschien verwarm ik niet alleen de woonkamer, maar de hele wereld.
alle kleine beetjes, zeggen sommigen en, een deel van de oplossing;
maar wij zijn zo klein,
zo klein.
wij kruipen als kevertjes over de aarde.
en de buurvrouw, zij zit toch ook niet in de kou,
zij verwarmt op stookolie.
in de zomer organiseert zij uitbundige feestjes rond haar vuurschaal.
op één avond met de auto naar moskou en terug,
naar het schijnt.
Reacties
Een reactie posten