Doorgaan naar hoofdcontent

In den beginne

 

in den beginne zagen we een onbestemd zwarte vlakte rondom ons 

maar alsof het slechts een zwarte doek betrof

die dun gesleten het eeuwige licht erachter doorgaf

- sterren in een pikzwarte hemel - 

werd lichtjes licht rondom ons 

 

we proefden sindsdien de kolenduisternis en een doffe dreunende bas

ontstemd door het schrille geluid van elke ontwakende zon

droomden we van heldere vlammen, van zwijgzaam vuur

dat onze leden in lichterlaaie zet

 

en de droom leidde haar eigen leven en leefde

 

we gaven de assen op onze tong aan elkaar door

onze vingertoppen reikten fluitend naar elkaar alsof het lichamen waren

die versmolten in knallende naar binnen gekeerde orgasmes

imploderende dansende dansers

 

iemand ving dit alles, filterde en componeerde 

aan een opengeklapte buffetpiano 




Reacties

Populaire posts van deze blog

Een ringetje

Dat Martine bij haar oude moeder terecht kon nadat Erik haar het huis uitzette, kwam de familie goed uit. Zo was er steeds iemand in huis om het negenentachtig jaar oude mensje te verzorgen en moesten ze geen geld spenderen aan bejaardenhulp.    “Als ik kost en inwoon kan krijgen,” zei ze op de familievergadering, “dan betekent dat heel veel voor mij.”   In haar herinneringen zag ze hoe haar moeder vijftig jaar geleden in de woonkamer stond. Ze droeg een blauwe bloemenjurk en had krullen in het haar. Haar zes jaar oude ogen staarden als een ekster naar het ringetje met een briljant en naar het bijpassende dunne gouden kettinkje met ovalen hangertje. De randen van dat hangertje waren bezet met diamantjes en ook in het midden blonk een diamantje. Concentrisch rond dat middelste steentje waaierde een reliëf van slanke jugendstil blaadjes uit. De oorbellen hadden een grote blauwe saffier in het midden.   Op het zolderkamertje van Armand, haar enige broer en kakkenestje, had ze nog ni

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with