Doorgaan naar hoofdcontent

Een gedicht van mijn broer

Mijn broer! Het is me er eentje. Als ik van hem een definitie moest maken, zou ik een losgeslagen losbol zeggen, gecombineerd met een gezonde dosis je m’en fou. Bovendien leeft hij als een wervelwind en lijkt het ook zo dat er een storm gepasseerd is als hij (even) thuis is geweest. Vorig weekend deed ik achter zijn rug alle lichten uit, schakelde ik zijn computer uit. Zijn mailbox stond nog open en ook de Dexiapagina voor het online bankieren stond nog op het scherm te flikkeren. Onze wervelwind was ondertussen al naar de scouts vertrokken.
Hij is al een paar jaar zo bezig en we maken onszelf wijs dat hij wel zal kalmeren eenmaal hij een serieuze relatie aanknoopt met een tof meiske. Voorlopig is er niks van te merken, ook al is zijn Leni bepaald niet ontof te noemen en zien we haar wel in staat die wilde hengst die mijn broer is, te temmen.
Vorig jaar omstreeks de paasvakantie bleek hij zichzelf toch eens voorbij te lopen en stuurde hij mij het onderstaande gedicht op, met de vraag wat ik ervan vond. Poëzie is het genre bij uitstek waar veel traagheid en geduld bij te pas komt en het verbaasde me dat hij zich eraan gewaagd had. Snel bleek dat hij zijn gedichten schrijft vanuit een nogal onrustig positie en als je door de clichés heenkijkt, zag je vooral dat hij zijn leven anders wou inrichten, met wat meer plaats voor reflectie en streven naar ‘geluk’. Vandaar zijn ‘glimlach’ op het einde. Al zou het natuurlijk ook kunnen dat hij zichzelf uitlacht daar. Op dat moment verbrak hij immers zijn relatie met een meisje dat hem absoluut niet lag en waarvan hij zelf zei dat zij de grootste stommiteit van zijn leven zou betekenen als hij met haar zou verdergaan. Hoe kon hij met andere woorden zo’n uilskuiken geweest zijn.
Die interpretatie wil ik graag bevestigen. Uilskuiken lijkt een toenaam die hem wel meer op het lijf geschreven lijkt. In mijn gsm staat zijn nummer niet voor niets opgeslagen onder de naam ‘zot’.
De rest van het gedicht lijkt me, op die twee meisjes te na gesproken, ook niet moeilijk om te begrijpen. Waarom voert hij twee meisjes op? Is het iets wat hij effectief gezien heeft en dat hem wel aansprak, daar op dat verre strand waar hij op dat moment met de mislukking van zijn leven vertoefde? Hun ogen glinsteren in het maanlicht? Houden die meisjes van elkaar en was dat waarom hij zo stom zou zijn als hij met haar verderging? Vechten twee meisjes in zijn hoofd om zijn aandacht, m.a.w. zat hij al/nog met iemand anders waar hij te veel voor voelde om een andere relatie aan te knopen. Ze maken hem in ieder geval wakker uit zijn gepeins en er gebeurt iets in zijn gedicht. Ze breken het ritme van zijn malende gedachten en doen hem inzien dat hij niet bij de pakken mag blijven neerzitten.
Het gedicht maalde op dezelfde manier door mijn hoofd tot ik het nog eens vastnam daarstraks en besliste om het naar mijn hand te zetten. Daarbij heb ik geprobeerd de basisbeelden wat te behouden en de interpretatie die ik eraan gaf niet te veel onrecht aan te doen. De titel is ‘breuklijn’ geworden omdat die veel meer zei dan ‘de zee’. Zo weet hij meteen wat ik van zijn gedicht vind. U leest het maar.

De Zee
_____

Een rots, strak voor mij uitkijkend
’n Eindeloze deining, steedsweerkerende gedachten;
Ik besluit mijn ziel te leggen, op rollende golven;
Op & neer, ‘Een zucht’

Mijn gedachten dwalen af, zoekend naar
Het juiste ritme, naar de harmonie
Met datgene, dat het leven geeft.

[… stilte …]

Kalmte en rust, voordien schijnbare begrippen,
Keren zachtjes aan, met de zee terug.
Het is eb.

[… stilte …]

Plotselinge flits, een teken van leven
2 meisjes, trekken foto’s
Ze kijken naar elkaar, Hun ogen
Glinsteren, in het maanlicht.

Ik sta op,
Draai me om, en kijk nog eenmaal
Ver voor mij uit, naar de rollende golven
Op & neer, ‘Een glimlach’

breuklijn

aan mijn zotte broer
een rots kijkt strak over de deining,
een zucht ligt als een weerspiegeling
aan de rode horizon. waar ik sta,

wordt gezocht naar leven op brakke steen.
wat achterblijft na deze eb, is slechts
schijnbaar, resten van wat zee kon missen.

twee vreugdevolle jonge meisjes rijden
op blote voeten als amazones op de branding.
ze dansen en gillen bij elke golf.

mijn ogen zijn fotografen die niet vergeten.
terwijl hun geschater het zand verovert,
breekt het strand in aanstekelijk vuur.

Reacties

Populaire posts van deze blog

het vat is af, het glas tot de bodem geledigd

diepgeploegde voorhoofdrimpels wil ik hebben, waar de schaduwen van de jaren zich ophouden - net als mijn grootvader zaliger, net als mijn vader, mijn oudste broer, en zo snel mogelijk grijze haren op mijn hoofd, in mijn snor en in mijn baard, en daarna witte, kaal mag ook, zoals mijn grootvader aan moederszijde. tanden scheef, vergeeld daarna, verrot en uitgevallen - gapende stiltes in mijn mond. ogen dof, desnoods de staar erin, mijn oren laten me allicht sowieso in de steek zoals ze nu al bij mijn moeder doen, zodat iedereen zich roepend kenbaar maken moet en het volume van de tv altijd op maximum zal staan. net zoals mijn grootmoeder wil ik boeken lezen, maar vergeten wie of wat, en welk personage. voortdurend mezelf herhalen, mekkeren over het geleden leven en afzien, maar niet sterven, nog niet sterven, in ieder geval veel en veel te laat sterven en het bij God altijd beter weten als ik dan toch moet sterven, tot het onverstaanbaar reutelen wordt...

Veel voorkomende

"Veel voorkomende ‘aandachtspunten’ voor spreekoefeningen" is de titel die ik in een Wordbestand tik en onmiddellijk opsla op mijn harde schijf alsof ik wil vermijden dat het geheugen van mijn computer zich gaat gedragen zoals dat in mijn hoofd - als ik niks opschrijf in mijn logboek dan gaat het gewoon 'verloren'; ik heb ooit in een handboek Engels gelezen dat je alleen maar dingen vergeet die je wilt vergeten en bij de start van een nieuw schooljaar zou dat misschien wel eens kunnen kloppen. Ik heb geen zin om dit document op te stellen en bel eerst naar een collega om een probeempje uit te klaren en zucht daarna even als ik toch weer tot dat computerscherm veroordeeld wordt. Ik noteer kort een schema en sla weer op. Mijn mails moest ik nog nakijken. Ik open het elektronisch leerplatform. Acht nieuwe mails. Grmbl, weer een paar vergaderingen bij. Waar is mijn agenda? Telefoon. Mijn schoonvader belt vanuit zijn vakantiehuisje in Westende. Het weer was vandaag schitte...

Oefenen voor Scherpenheuvel

Ik had er eigenlijk niet al te veel tijd voor, maar voor sommige dingen moet je nu eenmaal tijd maken. Een flinke wandeltocht op een godvergeten zondagochtend lijkt misschien niet zo aantrekkelijk, maar het is dat wel. Dat ligt natuurlijk aan het gezelschap van collega's en leerlingen, die samen één doel voor ogen hebben, namelijk in mei naar Scherpenheuvel wandelen en die daarvoor best moeten oefenen. 54 km haspel je immers niet zomaar na elkaar af, dat is een heel eind. De tocht van vandaag was nog maar de helft van wat er ons die dag te wachten staat. Al bij al viel het nog mee, meer dan wat last van een klein blaartje op mijn rechter kleine teen en een wat zeurende rechterlies (alles rechts, zou dat mijn onderontwikkelde kant zijn...) valt er niet te beleven op dit moment. We waren nog maar net vertrokken, degenen die zich overslapen hadden omdat het uur verzet werd of omdat er een ander excuus gold en die daarbij ook nog onbereikbaar bleken (leerlingen én leerkrachten) achterl...