Doorgaan naar hoofdcontent

uit de vergeten doos

Het volgende gedicht vond ik tussen een boek dat ik jaren geleden gelezen moet hebben.

Een kat slaapt met een luciferdoosje in haar pootjes.
haar tranen houd ik net als dit beeld al jaren
vast op het puntje van mijn tong. Weet men niet
dat ik hen niet bij hun namen wens te noemen,
dat ik dromen in bosjes in mijn lange haren
vang, mijn bril 's avonds op mijn nachtkastje
te rusten leg. De woorden die tussen ons hangen
fluisteren angsten om zich heen, het laat ons
niet helemaal onverschillig, al kijken wij in
een spiegel om vooral onszelf niet te zien.

Vocht dat uit ogen druppelt, lijk niet noodzakelijk,
op diamanten, mijn lieve wijze medemens. het zijn
geslepen messen van een onbedwingbaar verlangen.

Wat ik niet voel en wat ik niet weet, blijft
me nog het meest verontrusten.

Dat veranderde al snel terwijl ik het overtypte, en ook nu ga ik weer prutsen.

zij wordt al slapend wakker in dit schilderij,
schudt haar weerbarstige haren los, buigt zich
voorover alsof zij iets zeggen wilt en strijkt
dan een lucifer aan - een cello lijkt het, haar
vingers de vlammetjes die over de hals dansen.

een kat ontwaakt op dit eigenste moment en kondigt
de werkelijkheid aan in dit eigenwijze gedicht.
zij spint zich op en hoewel dit beeld me verontrust
en mij van mijn stuk werkt, lijkt het alsof
dit alles al jaren werd voorbereid, alsof de cactus
in mijn maag lang geleden ontkiemde en pas nu
door mijn navel naar buiten groeit, de kat al even
geruime tijd op het puntje van mijn tong ligt.

Nog steeds wens ik hen echter niet bij de naam te noemen.
zij zoeken het zelf maar uit, wie er op dit wakkelend water-
oppervlak werd gepenseeld - met liefde dat moet gezegd,
de slordigheid is een gewilde chaos. mijn bril leg ik
deze avond allicht op het nachtkastje. wat het sluiten
van mijn ogen doet ontwaken, hoeft niet alleen geen uitleg,
het is geen uitleg, het is geen, en is nochtans, herhaaldelijk.

geslepen messen van onbedwingbaar verlangen, dienen
zich aan, maar wat ik niet voel en wat ik niet weet,
beangstigt me nog het meest. ik kijk al lang niet meer
in een spiegel om mezelf te zien.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een ringetje

Dat Martine bij haar oude moeder terecht kon nadat Erik haar het huis uitzette, kwam de familie goed uit. Zo was er steeds iemand in huis om het negenentachtig jaar oude mensje te verzorgen en moesten ze geen geld spenderen aan bejaardenhulp.    “Als ik kost en inwoon kan krijgen,” zei ze op de familievergadering, “dan betekent dat heel veel voor mij.”   In haar herinneringen zag ze hoe haar moeder vijftig jaar geleden in de woonkamer stond. Ze droeg een blauwe bloemenjurk en had krullen in het haar. Haar zes jaar oude ogen staarden als een ekster naar het ringetje met een briljant en naar het bijpassende dunne gouden kettinkje met ovalen hangertje. De randen van dat hangertje waren bezet met diamantjes en ook in het midden blonk een diamantje. Concentrisch rond dat middelste steentje waaierde een reliëf van slanke jugendstil blaadjes uit. De oorbellen hadden een grote blauwe saffier in het midden.   Op het zolderkamertje van Armand, haar enige broer en kakkenestje, had ze nog ni

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with

In den beginne

  in den beginne zagen we een onbestemd zwarte vlakte rondom ons  maar alsof het slechts een zwarte doek betrof die dun gesleten het eeuwige licht erachter doorgaf - sterren in een pikzwarte hemel -  werd lichtjes licht rondom ons    we proefden sindsdien de kolenduisternis en een doffe dreunende bas ontstemd door het schrille geluid van elke ontwakende zon droomden we van heldere vlammen, van zwijgzaam vuur dat onze leden in lichterlaaie zet   en de droom leidde haar eigen leven en leefde   we gaven de assen op onze tong aan elkaar door onze vingertoppen reikten fluitend naar elkaar alsof het lichamen waren die versmolten in knallende naar binnen gekeerde orgasmes imploderende dansende dansers   iemand ving dit alles, filterde en componeerde  aan een opengeklapte buffetpiano