Doorgaan naar hoofdcontent

onvangbaar zonlicht

Als je wil beschrijven wat er omgaat in iemands leven dan word je geconfronteerd met een zo ontzettend grote veelheid aan indrukken en ervaringen, dat je amper weet waar te beginnen. Laat staan dat je jouw eigen leven wil beschrijven en aan papier of computer wil toevertrouwen wat je drijft en wat je beleeft.
Zelfs dit ene moment is te complex om te beschrijven. Het tasten naar de letters op het toetsenbord hoort er sowieso al bij, de muziek van Leonard Cohen, Frank Boeijen... ook, de ongeduldige Engelstalige artikels die mijn leerlingen voor hun mondeling examen moeten lezen, herinneringen aan wat een vorig leven genoemd kan worden... Alles dient zich zonder onderscheid aan. Daartussen laveren om te zoeken naar wat bevatbaar is, is niet gemakkelijk en in feite zelfs helemaal niet bevredigend. Alles gewoon in de stroom van ervaring laten drijven, is veel intenser en het zoeken naar een vlindernetje om gedachten in te vangen, en het achternahollen van die vlinders zijn voorbodes van het vangen zelf en het vangen zelf is een frustrerende gebeurtenis, ook al kan je nog zo genieten van de dichtbije schoonheid van de kleuren en de figuren op de vleugels; het tedere bibberen van het insect in je handen, het aarzelende wachten van het beestje voor het terug wegvliegt, het grillige dansen en het onvoorspelbare vervolgen van zijn weg in de lucht, het verdwijnen in het licht van de zon.
De laatste weken heb ik op het gras gelegen en de bewegingen rondom me erg goed gadegeslagen, genoten van het zonlicht op mijn lijf... dat het misschien nog te vroeg op het jaar was om zoiets te doen, en dat ik daardoor nu met een kanjer van een verkoudheid opgescheept zit, hoort erbij en gaat ook wel weer over. Ik spreid mijn armen en laat de warmte desondanks mijn borst strelen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een ringetje

Dat Martine bij haar oude moeder terecht kon nadat Erik haar het huis uitzette, kwam de familie goed uit. Zo was er steeds iemand in huis om het negenentachtig jaar oude mensje te verzorgen en moesten ze geen geld spenderen aan bejaardenhulp.    “Als ik kost en inwoon kan krijgen,” zei ze op de familievergadering, “dan betekent dat heel veel voor mij.”   In haar herinneringen zag ze hoe haar moeder vijftig jaar geleden in de woonkamer stond. Ze droeg een blauwe bloemenjurk en had krullen in het haar. Haar zes jaar oude ogen staarden als een ekster naar het ringetje met een briljant en naar het bijpassende dunne gouden kettinkje met ovalen hangertje. De randen van dat hangertje waren bezet met diamantjes en ook in het midden blonk een diamantje. Concentrisch rond dat middelste steentje waaierde een reliëf van slanke jugendstil blaadjes uit. De oorbellen hadden een grote blauwe saffier in het midden.   Op het zolderkamertje van Armand, haar enige broer en kakkenestje, had ze nog ni

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with

In den beginne

  in den beginne zagen we een onbestemd zwarte vlakte rondom ons  maar alsof het slechts een zwarte doek betrof die dun gesleten het eeuwige licht erachter doorgaf - sterren in een pikzwarte hemel -  werd lichtjes licht rondom ons    we proefden sindsdien de kolenduisternis en een doffe dreunende bas ontstemd door het schrille geluid van elke ontwakende zon droomden we van heldere vlammen, van zwijgzaam vuur dat onze leden in lichterlaaie zet   en de droom leidde haar eigen leven en leefde   we gaven de assen op onze tong aan elkaar door onze vingertoppen reikten fluitend naar elkaar alsof het lichamen waren die versmolten in knallende naar binnen gekeerde orgasmes imploderende dansende dansers   iemand ving dit alles, filterde en componeerde  aan een opengeklapte buffetpiano