Doorgaan naar hoofdcontent

zozo

Zo zo. Eindelijk voel ik me terug zo dat ik mezelf wat op mijn plooi mag voelen. De laatste tijd heb ik amper nog gelezen en/of geschreven. Het boek Freedom van Jonathan Franzen wil maar niet vlotten en de flarden van versregels die ik zowat overal en nergens in mijn hoofd hoor opdoemen, vinden hun weg niet naar het computerscherm of het blad. Het lukte me dus gewoon niet om te schrijven of te lezen, maar anderzijds had ik ook heel wat andere dingen aan mijn hoofd en heel wat andere dingen te beleven. Om te lezen en om te schrijven heb je immers wat rust nodig en het leven dat ik leidde tot voor drie maanden is in al zijn aspecten fundamenteel veranderd. In gevoelens van mij afschrijven ben ik helemaal niet zo goed, dan schrijf ik toch alleen maar brol, die ik zelf niet eens wil lezen. Andere mensen misschien wel, maar ikke niet. Ondertussen heeft een prettig weekendje met een hoop collega's en het vooruitzicht op een trip naar Engeland me terug genoeg goesting gegeven om mezelf te zijn.
Ik ben wel wat gaan grasduinen in poëzie en zo ben ik uitgekomen bij een aantal gedichten uit Leaves of Grass van Walt Whitman. Mijn god wat kon die kerel prachtige zinnen uit zijn pen laten lopen. Ik herinner me dat zijn prekerige toon mij tien jaar geleden al uit mijn lood kon doen slaan, maar nu doen die dekselse gedichten dat opnieuw! Ik denk dat ik een van mijn leerlingen waarvan ik weet dat hij veel met poëzie bezig is, die bundel eens ga aanraden. De gedichten die hij me laat lezen hebben wel iets weg van dezelfde stijl; al kan je een grootmeester op het toppunt van zijn kunnen nooit echt vergelijken met een 17-jarige die nog maar aan het begin staat van zijn ontdekkingstocht.

Away with themes of war! away with War itself!
Hence from my shuddering sight, to never more return, that show of blacken’d, mutilated corpses!
That hell unpent, and raid of blood—fit for wild tigers, or for lop-tongued wolves—not reasoning men!
And in its stead speed Industry’s campaigns!
With thy undaunted armies, Engineering!
Thy pennants, Labor, loosen’d to the breeze!
Thy bugles sounding loud and clear!

Away with old romance!
Away with novels, plots, and plays of foreign courts!
Away with love-verses, sugar’d in rhyme—the intrigues, amours of idlers,
Fitted for only banquets of the night, where dancers to late music slide;
The unhealthy pleasures, extravagant dissipations of the few,
With perfumes, heat and wine, beneath the dazzling chandeliers.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een ringetje

Dat Martine bij haar oude moeder terecht kon nadat Erik haar het huis uitzette, kwam de familie goed uit. Zo was er steeds iemand in huis om het negenentachtig jaar oude mensje te verzorgen en moesten ze geen geld spenderen aan bejaardenhulp.    “Als ik kost en inwoon kan krijgen,” zei ze op de familievergadering, “dan betekent dat heel veel voor mij.”   In haar herinneringen zag ze hoe haar moeder vijftig jaar geleden in de woonkamer stond. Ze droeg een blauwe bloemenjurk en had krullen in het haar. Haar zes jaar oude ogen staarden als een ekster naar het ringetje met een briljant en naar het bijpassende dunne gouden kettinkje met ovalen hangertje. De randen van dat hangertje waren bezet met diamantjes en ook in het midden blonk een diamantje. Concentrisch rond dat middelste steentje waaierde een reliëf van slanke jugendstil blaadjes uit. De oorbellen hadden een grote blauwe saffier in het midden.   Op het zolderkamertje van Armand, haar enige broer en kakkenestje, had ze nog ni

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with

In den beginne

  in den beginne zagen we een onbestemd zwarte vlakte rondom ons  maar alsof het slechts een zwarte doek betrof die dun gesleten het eeuwige licht erachter doorgaf - sterren in een pikzwarte hemel -  werd lichtjes licht rondom ons    we proefden sindsdien de kolenduisternis en een doffe dreunende bas ontstemd door het schrille geluid van elke ontwakende zon droomden we van heldere vlammen, van zwijgzaam vuur dat onze leden in lichterlaaie zet   en de droom leidde haar eigen leven en leefde   we gaven de assen op onze tong aan elkaar door onze vingertoppen reikten fluitend naar elkaar alsof het lichamen waren die versmolten in knallende naar binnen gekeerde orgasmes imploderende dansende dansers   iemand ving dit alles, filterde en componeerde  aan een opengeklapte buffetpiano