De kat die als een tijger op de loer ligt;
de haan met geknipte sporen en hese stem;
een merel die zijn afdruk achterliet
op het vensterglas;
het graf van het muisje dat we gisteren vonden,
aangeduid met een sparrenkegel en bloesems
van de kersenboom;
de doordringende geur van een vos die zijn kans
vroeg of laat zal benutten, maar voorlopig
afdruipt;
eendjes voeren:
de draken weglokken om de kuikentjes
iets te kunnen geven;
de hond komt er voorlopig niet. "geduld."
"ben je nog steeds kwaad?"
"nee, waarom, ik ben nooit kwaad geweest."
"ik weet niet, je bent zo stil."
"o, dat. nee, ik ben niet kwaad."
ik kijk langs haar door naar buiten,
het avondlicht strijkt over groene lenteblaadjes.
de haan met geknipte sporen en hese stem;
een merel die zijn afdruk achterliet
op het vensterglas;
het graf van het muisje dat we gisteren vonden,
aangeduid met een sparrenkegel en bloesems
van de kersenboom;
de doordringende geur van een vos die zijn kans
vroeg of laat zal benutten, maar voorlopig
afdruipt;
eendjes voeren:
de draken weglokken om de kuikentjes
iets te kunnen geven;
de hond komt er voorlopig niet. "geduld."
"ben je nog steeds kwaad?"
"nee, waarom, ik ben nooit kwaad geweest."
"ik weet niet, je bent zo stil."
"o, dat. nee, ik ben niet kwaad."
ik kijk langs haar door naar buiten,
het avondlicht strijkt over groene lenteblaadjes.
Reacties
Een reactie posten