Doorgaan naar hoofdcontent

Boskant (zeven)

De vervallen brug over de Kleine Fossiel was de plaats waar ze ’s avonds afspraken. Soms gingen ze elk terug naar hun eigen stek, maar vaak sliepen ze er op een bed dat hij snelsnel in elkaar geflanst had, voornamelijk met varens, mos en bladeren. Het sliep zeker niet zo goed als tegen zijn lekker warme rotswand of tegen de stenen van de peilers, maar als hij daarover iets zei, antwoordde Zilvervleugel dat zij dan helemaal niet goed lag, dan deed ze de hele nacht geen oog dicht omdat ze bang was om in die posities de nerven van haar vleugels te breken. En als het over haar vleugels ging, dan was dat het einde van de discussie, daar was ze als de dood voor dat haar vleugels iets zouden overkomen. Dat begreep Springeekhoorn, als hij kon vliegen, buiten het vliegen in zijn dromen natuurlijk, maar dat was sowieso zonder vleugels, dan zou hij ook niet willen dat er iets aan zijn vleugels kwam.
In haar holle boom de nacht doorbrengen, zou hij ook niet kunnen, daar zou het voor hem veel te krap zijn, hij kreeg zijn schouders nog maar amper door het gat in de bast gewrongen. Bovendien was hij het gewend om in de buitenlucht te slapen, in zo’n te kleine ruimte zou hij zich veel te snel opgesloten voelen. Hij had nu eenmaal plaats nodig. Al vond hij wel dat ze het er gezellig had ingericht. Hij was ervan onder de indruk geweest. Hij wist niet dat er zoveel kleuren mos waren en al helemaal niet wat je ermee kon doen en hoe mooi ze bij de bosbloemen pasten. Binnenin was het ook verbazend helder geweest, terwijl hij had gedacht dat het er donker zou zijn, omdat er bijna geen raampjes waren.
Dat is het mos, zei Zilvervleugel trots, dat geeft een beetje fluorescerend licht af.
Ik ben in een toverwereld terechtgekomen, antwoordde hij overdonderd.

Eénmaal wou Zilvervleugel ook eens in zijn rots kijken, hoewel Springeekhoorn er zelf bijna nooit kwam.
Er is niks te zien, hoor, gewoon wat rommel, zei hij.
Ik ben gewoon nieuwsgierig, mag dat niet.
Natuurlijk mag dat.
Toen ze door de spelonken naar binnen keek, hoefde het echter niet meer. Ze had gezien hoe scherp de rotswanden vanbinnen waren en overal lagen stapels prullaria en boeken. Ze had er niks te zoeken, concludeerde ze, en zo nieuwsgierig was ze nu ook weer niet dat ze riskeerde om haar vleugels te scheuren. Het kon weken duren voordat zo’n scheur geheeld was, dus nee, toch maar liever niet.
Springeekhoorn haalde zijn schouders op en begon zijn woudkeuken klaar te maken voor het bereiden van het avondmaal.
’t Is ook gewoon een hoop rommel, zei hij. Mijn verzameling dennenappels ligt er al jaren onaangeroerd, wat gereedschap ligt er ook en voor de rest allemaal rommel, echt rommel. Ik moet het eigenlijk eens opruimen, maar het doet soms gewoon goed om ertussen te wandelen en er in te hooien dat telkens wanneer ik daaraan begin, ik niet verder geraak dan op het einde van de dag eens met een borstel door de gangpaadjes te vegen.
Jij leeft ook altijd buiten, dus het is ook niet echt een huisje voor jou.
Dat klopt.
Dat is helemaal anders dan bij mijn holle boom, zei ze, en daarmee was de zaak afgesloten. Ze nam het mandje met bessen en paddenstoelen van de grond en maakte ze schoon, terwijl Springeekhoorn het vuur probeerde aan te krijgen. Als het geregend had, was dat altijd een kwartiertje sukkelen voordat de vlam erin ging.

Reacties

Populaire posts van deze blog

het vat is af, het glas tot de bodem geledigd

diepgeploegde voorhoofdrimpels wil ik hebben, waar de schaduwen van de jaren zich ophouden - net als mijn grootvader zaliger, net als mijn vader, mijn oudste broer, en zo snel mogelijk grijze haren op mijn hoofd, in mijn snor en in mijn baard, en daarna witte, kaal mag ook, zoals mijn grootvader aan moederszijde. tanden scheef, vergeeld daarna, verrot en uitgevallen - gapende stiltes in mijn mond. ogen dof, desnoods de staar erin, mijn oren laten me allicht sowieso in de steek zoals ze nu al bij mijn moeder doen, zodat iedereen zich roepend kenbaar maken moet en het volume van de tv altijd op maximum zal staan. net zoals mijn grootmoeder wil ik boeken lezen, maar vergeten wie of wat, en welk personage. voortdurend mezelf herhalen, mekkeren over het geleden leven en afzien, maar niet sterven, nog niet sterven, in ieder geval veel en veel te laat sterven en het bij God altijd beter weten als ik dan toch moet sterven, tot het onverstaanbaar reutelen wordt...

Veel voorkomende

"Veel voorkomende ‘aandachtspunten’ voor spreekoefeningen" is de titel die ik in een Wordbestand tik en onmiddellijk opsla op mijn harde schijf alsof ik wil vermijden dat het geheugen van mijn computer zich gaat gedragen zoals dat in mijn hoofd - als ik niks opschrijf in mijn logboek dan gaat het gewoon 'verloren'; ik heb ooit in een handboek Engels gelezen dat je alleen maar dingen vergeet die je wilt vergeten en bij de start van een nieuw schooljaar zou dat misschien wel eens kunnen kloppen. Ik heb geen zin om dit document op te stellen en bel eerst naar een collega om een probeempje uit te klaren en zucht daarna even als ik toch weer tot dat computerscherm veroordeeld wordt. Ik noteer kort een schema en sla weer op. Mijn mails moest ik nog nakijken. Ik open het elektronisch leerplatform. Acht nieuwe mails. Grmbl, weer een paar vergaderingen bij. Waar is mijn agenda? Telefoon. Mijn schoonvader belt vanuit zijn vakantiehuisje in Westende. Het weer was vandaag schitte...

Oefenen voor Scherpenheuvel

Ik had er eigenlijk niet al te veel tijd voor, maar voor sommige dingen moet je nu eenmaal tijd maken. Een flinke wandeltocht op een godvergeten zondagochtend lijkt misschien niet zo aantrekkelijk, maar het is dat wel. Dat ligt natuurlijk aan het gezelschap van collega's en leerlingen, die samen één doel voor ogen hebben, namelijk in mei naar Scherpenheuvel wandelen en die daarvoor best moeten oefenen. 54 km haspel je immers niet zomaar na elkaar af, dat is een heel eind. De tocht van vandaag was nog maar de helft van wat er ons die dag te wachten staat. Al bij al viel het nog mee, meer dan wat last van een klein blaartje op mijn rechter kleine teen en een wat zeurende rechterlies (alles rechts, zou dat mijn onderontwikkelde kant zijn...) valt er niet te beleven op dit moment. We waren nog maar net vertrokken, degenen die zich overslapen hadden omdat het uur verzet werd of omdat er een ander excuus gold en die daarbij ook nog onbereikbaar bleken (leerlingen én leerkrachten) achterl...