Doorgaan naar hoofdcontent

twee



Vlak voor hij in slaap viel, zag hij hoe hij dag op dag een jaar geleden er ook op uitgetrokken was om luchtperen te plukken. Hij had zijn drie vrienden, die niet gemaakt waren om tussen de bomen van kruin tot kruin te dansen en te springen, dat hij er ook voor hen uit de lucht zou halen. Vorig jaar was het ook zo’n mooi weer geweest en de hele dag had hij zich vrij en vrolijk gevoeld. Hij had er schik in om te zoeken naar de zoetste peren. Met zijn halfgerafeld rugzakje dat hij van zijn eerst centen gekocht had toen hij twaalf jaar geworden was, zou hij ook nu weer van ’s morgens tot ’s avonds in de weer zijn. ’s Anderendaags zou hij trots de peren in een mandje naar zijn vrienden brengen.

Je kon het perfect zien als hij in slaap viel. Dan trok hij zijn benen wat dichter tegen zich aan en sloeg hij zijn handen rond zijn eigen hals, de armen gekruist over zijn borstkast. Zo hing hij altijd tegen zijn rots, de warmte die de enorme steen had opgeslagen doorheen de dag, vervulde hem nu en in hem werd de warme gloed wakker die zoals op elke zomernacht de vlinders uit hun schuilplaatsen lokten. Tussen de takken en de bladeren door verschenen de eerste vleugels al. Eén voor één fladderden de vlinders naar hem toe en vormden ze een heuse wolk van koolwitjes, citroenvlinders, luzernevlinders, dagpauwogen, atalanta’s, zandogen, kleine vosjes, landkaartjes en de sierlijke koninginnenpages. Met z’n allen bedekten ze zijn lichaam en hielden ze zich vast aan zijn vacht, daarna vielen ook zij in slaap, maar alsof ze wisten wanneer hij wakker zou worden, vlogen ze één voor één weg, vlak voor hij zijn eerste oog opende. Nog net zou hij de tinteling voelen van die paar vlinders die met hun vleugels, bewust of onbewust, tegen zijn wang streelden, bij wijze van groet of afscheid. Het kriebelde aangenaam.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een ringetje

Dat Martine bij haar oude moeder terecht kon nadat Erik haar het huis uitzette, kwam de familie goed uit. Zo was er steeds iemand in huis om het negenentachtig jaar oude mensje te verzorgen en moesten ze geen geld spenderen aan bejaardenhulp.    “Als ik kost en inwoon kan krijgen,” zei ze op de familievergadering, “dan betekent dat heel veel voor mij.”   In haar herinneringen zag ze hoe haar moeder vijftig jaar geleden in de woonkamer stond. Ze droeg een blauwe bloemenjurk en had krullen in het haar. Haar zes jaar oude ogen staarden als een ekster naar het ringetje met een briljant en naar het bijpassende dunne gouden kettinkje met ovalen hangertje. De randen van dat hangertje waren bezet met diamantjes en ook in het midden blonk een diamantje. Concentrisch rond dat middelste steentje waaierde een reliëf van slanke jugendstil blaadjes uit. De oorbellen hadden een grote blauwe saffier in het midden.   Op het zolderkamertje van Armand, haar enige broer en kakkenestje, had ze nog ni

afgeknipte handschoenen

met afgeknipte handschoenen - ze rafelen en de draadjes kriebelen tussen mijn vingers - werk ik met een scherm voor mijn neus aan wat ik straks zal moeten uitprinten of met opmerkingen terugsturen. ondertussen wordt het dak geïsoleerd en elke buitenmuur volgespoten met plastic bolletjes - niet speciaal voor mij, ik wikkel mezelf graag in dekens, draag laag over laag op mijn lijf, lees een boek in de stoffigste hoek van dit vochtige huis. maar ik leef hier niet zonder hun twee, dus behoor ik te plannen en te verbeteren met halfwassen handschoenen om mijn tere boekhoudersvingers, die op een toetsenbord thuis horen, geen blote en vereelte buitenhanden om de steel van een spade geklemd. werken aan toekomst, steeds meer toekomst. wearing fingerless knit gloves - they have freyed a bit and the short threads tickle me whenever I touch my face - I work with my nose close to a computerscreen on something I will have to print lateron or send back with

In den beginne

  in den beginne zagen we een onbestemd zwarte vlakte rondom ons  maar alsof het slechts een zwarte doek betrof die dun gesleten het eeuwige licht erachter doorgaf - sterren in een pikzwarte hemel -  werd lichtjes licht rondom ons    we proefden sindsdien de kolenduisternis en een doffe dreunende bas ontstemd door het schrille geluid van elke ontwakende zon droomden we van heldere vlammen, van zwijgzaam vuur dat onze leden in lichterlaaie zet   en de droom leidde haar eigen leven en leefde   we gaven de assen op onze tong aan elkaar door onze vingertoppen reikten fluitend naar elkaar alsof het lichamen waren die versmolten in knallende naar binnen gekeerde orgasmes imploderende dansende dansers   iemand ving dit alles, filterde en componeerde  aan een opengeklapte buffetpiano